Jan Gerrits Verkerk 287,333
- Born: Circa 1660, Noordeloos 287
- Marriage: Machteld Jacobs Nederberg 7 february 1688, Bergambacht 287
General Notes:
notaris Hugo Pijlle te Schoonhoven Toegangsnummer ac1060 Inventarisnummer 7204 Aktenummer 151 Datum 16-01-1688 Jan Gerritsse Verkerk, meerderjarigh Jonghman, wonende op Noordeloos, toecomende bruydegom, geadsisteerd met Gerrit Jansse Verkerk, desselfs vader, ter eenre en Machteltje Jacobs Nederbergh, meerderjarige dochter, geadsisteerd met Jacob Willemsse, haren vader, toecomende bruyd, wonende in Berchambagt, ter andere sijde, verclaren dat sij hebben gecontracteert een toecomend wettigh huwelijck onder de volgende conditien, te weten dat tussen hun, toecomende egtgenooten, geene de minste gemeenschap van goederen wesen sal, nogh van tegenwoordige nogh ook van toecomende aen te sterven erffenisse, maer dat de gemeenschap dien alles aengaende tussen henlieden sal sijn en blijven geÎxcludeert en dat oversulcx naer 't scheyden van 't aenstaende huwelijck yder der toecomende egtgenooten, 't sij in wat geval het soude mogen wesen aen hem off haer sal hebben en behouden en naer hem off haer nemen alle sijne off hare goederen, sonder dat d'eene voor schulden van d'ander voor date van 't hywelijck gemaekt, eenighsints aenspreeckelijck sal sijn, dogh dat de toecomende bruydegom tot subsidie van 't aenstaende huwelijck sal aen en inbrengen eerstelijck 1 1/2 morgen lants gelegen in Tussenlanen in Berchambacht, in Jonckers hoffstede, strekkend van den Kerkwegh aff noortwaerts op tot de weteringe toe, sijnde de westerse viertel, sullende vrij wesen van 't maken van de Leckendijck, daer mede belast sijn en blijven de volgende oosterse viertel off anders voor sooveel des bruydegoms vader daerinne in eygendom competeert en sal naer 't overlijden van sijn vader deselve 1 1/2 morgen bij onpartijdige moeten werden geÎstimeert om in de te doene scheyding van zijn vaders boedel te werden vergeleecken, en nogh het gebruyck off de jaerlijcxe vruchten van 5 hond 75 roeden lants, sijnde de oosterse viertel, daervan de Heylige Geestarmen van Berghambacht 2 hond lants competeren, gelegen in deselve hofstede, strekkend mede van de Kerkwegh off noortwaerts op tot de dwerssloot van Aert Jacobsse huyswerff toe, daer oostwaert Aert Jacobsse en westwaert Jan Henricxse naest gelant sijn en dat geduyrende 't leven van sijn vader en langer niet, als wanneer 'tselve vrij in den boedel van denselven sijnen vader sal comen, nog sal den bruydegom inbrengen de somme van 300 gulden, die zijn vader nae de solemnisatie van 't huwelijck ten eerstelijk belooft te sullen voldoen en neffens nogh 50 gulden die de bruydegom bij desselfs outmoye zaliger is gelegateert, mitsgaders nogh twee koeyen en twee vaersen. Ende ten respecte der goederen van de bruyd, dat zij tot onderstant van 't huwelijck sal aen en inbrengen 1/3 part in twee hofsteden en landerijen tsamen groot 21 morgen 1 hond en 25 roeden lants, d'eene gelegen in Benedenbergh en d'andere in Tussenlanen onder Bergambacht, belend en streckende volgens de bescheyden daervan sijnde met de belastinge van 1/3 part van 3600 gulden capitaal ende nogh 50 gulden jaarlijks die ten behoeve van haer vader, sijn leven langh geduyrende, sal moeten werden betaelt en daerenboven nogh 1/3 part van alle soodanige meubile goederen, koebeesten en bouwgereetschap als deselve bruyd, bij scheydinge met hare broeders te doen, sullen werden aenbedeelt, welcke scheydinge en te doene lootinge van de voorschreven landerijen en andere goederen sijlieden willen dat in desen voor inventaris sal verstrecken en dat deselve gehouden sal werden van soodanige cracht en waerde alsoff deselve in desen van woorde tot woorde ware geÔnsereert, welcken aengaende mede verstaen sal moeten werden de gemeenschap uytgeslooten te sijn, dat egter winst en verlies staende huwelijck te vallen halff en halff gelast en genooten sullen werden. Is wijders geconditioneert dat indien de bruydegom eerst en voor de toecomende bruyd comt afflijvich te werden sonder kind off kinderen na te laten, dat in sulcke gevallen deselve bruyd uyt de goederen van de bruydegom sal genieten de somme van 500 Carolusgulden, alsmede alle soodanige juweelen en cleynodien als de bruydegom aen de bruyd sal comen te vereeren, dogh ingevalle de bruydegom de langstlevende mogte comen te werden, dat in sulcke gevalle deselve weder bij hem naer sig genomen sullen mogen werden. Getuigen: Adriaen van Abeel en Barent van Erckel, wonende alhier. Onderschrift d.d. 17-6-1688: Wij ondergescreven, Jan Gerritsse Verkerk en Machteltje Jacobs, egtelieden, bekennen van alles voldaen te wesen 'tgeene onsen vader en schoonvader Gerrit Jansse Verkerk volgens de voorenstaende huwelijkse voorwaerden ons ten huwelijck heeft belooft.
notaris Hugo Pijlle te Schoonhoven Toegangsnummer ac1060 Inventarisnummer 7204 Aktenummer 169 Datum 13-04-1688 Willem Jacobsse Nederbergh ter eenre en Gerrit Jacobsse Nederbergh ter tweeden en Jan Gerritsse Verkerk, getrouwt met Macheltje Jacobs Nederbergh ter derden sijde, tesamen kinderen van Jacob Willemse Nederbergh, alle woonende in Berchambagt, te kennen gevende dat gemelte Jacob Willemsse, hun comparanten vader, volgens acte voor mij notaris (...) op 1-12-1687 gepasseert, uyt puyre weldadicheyt bij gifte onder de levenden ten behoeve van hun comparanten heeft gegeven twee hoffsteden met hare timmeragien tesamen groot 21 morgen 1 hond en 25 roeden lants, gelegen in Berchambagt, en dat met de belastinge van 3600 gulden capitaal, die hun vader volgens obligatien en andere bescheyden aen persoonen hun comparanten bekent verschuldicht is en voorts op soodanige verdere conditien als de voorschreven acte is medebrengende, alle welcke voorschreven landereyen tussen hun comparanten tot nogh toe in 't gemeen sijn gepossideert en gebruykt en alsoo hun niet langer gelegen quam in de voorschreven gemeenschap te continueren, soo sijn deselve metten anderen bij forme van blinde lootinge nopende de voorschreven landerijen geprocedeert tot finale schiftinge, scheydinge en deylinge en dat onder soodanige last als bij yder lot sal werden uytgedruckt in manieren naervolgende. Eerstelijk is 't lot A te beurt gevallen aen Jan Gerritsse Verkerk, waeronder denselven is aengecavelt een hoffstede gelegen in Berchambaght in Tussenlanen op de Zuytsijde met huys, berch, schuyr, bepootinge en beplantinge daerop staende, groot 2 morgen 4 1/2 hond lants, strekkend voor van den halven huyswegh aff zuytwaerts op tot den halven Kerckwegh toe, belend O. Niesjen Jacobs en W. Aeghjen Pieters, mits dat hij voor dit lot sal moeten maken en onderhouden een stuck winninghdijk, groot 6 ‡ 7 bos, gelegen tussen Joris Claesz en Sijbrant Cornelisse; nogh een stuk lants gelegen in de hoffstede van Dirk Fransse over de Kerkwegh, groot 2 morgen, strekkend van de halve Kerckwegh aff zuytwaerts op tot de halve nieuwe weteringe toe, belend O. Reyn Tijsse en W. Coen Claesse c.s., des dat hij voor dit land sal moeten maken en onderhouden de helft van de winninghdijk gelegen bij broeksteegh boven Ammerstol, sijnde het westeynde, alsmede de helft van de hooftdijck ende de griende gelegen buytendijcx aen de westsijde, strekkend tot de Snackerslooth toe, deselven is nogh te beurt gevallen 1 morgen 1 hont weylant, genaemt "de cromme elleboogh", strekkend van de halve huysweteringe aff tot de cayck toe, belend O. Thijs Jansse en W. de kinderen van Gerrit Maertensse; nogh de helft van een griendinge groot in 't geheel 3 hond, sijnde de oostsijde, genaemt "Mey Burgers", belend O. Hendrik Jansse metselaer c.s. en W. de kinderen van Bastiaen Sijbrantsse, waerjegens Jan Verkerck tot sijn laste sal moeten nemen en behouden 1/3 part van de voorschreven 3600 gulden, bestaende eerstelijk in een obligatie van 800 gulden, houdende ten behoeve van Marritje Willems, weduwe van Jacob Gerritsz, wonende tot Stolwijk, ende nogh een obligatie van 400 gulden, welcke Willem Willemsse de Jongh ten laste van voorschreven Jacob Willemsse, hun comparanten vader, spreeckende heeft, beyde met een jaer verlooppen intresse van dien. Waernaer den gemelten Willem Jacobsse Nederbergh te beurt gevallen is 't lot B, bestaende eerstelijck in een perceel lants groot 3 morgen, waeronder is 1 morgen leenlant, dat verheven werd aen de heer van Montfoort, gelegen in 't Oppernieuwout van Berchambagt, strekkend van de groote cadijcxe weteringh aff noortwaerts op tot de rhee toe, belend O. Niesjen Maertens en W. Gerrit Aertsse, vrij van hoogedijckagien; nogh een stuck hoylant groot 1 morgen, gelegen ten westen van voorschreven 3 morgen, strekkend van de Dorre Reeca aff tot aen Aeghje Pieters toe; nogh een stuck hoy- en weylant, groot 1/2 morgen, genaemt "Koevoets", strekkend van de halve Kerckwegh tot de halve nieuwe weteringe toe, belend O. Daem Ariensse en W. de kinderen van Geen Gerritsse, item een griendinge groot 3 hond, strekkend van de dwarssloot van 't backertje van Ammers tot den dwerssloot van den schout van Berchambagt, belend O. de kinderen van Maerten Jansse en W. Hendrik Jansse Metselaer, welcke voorschreven twee laeste partijen gehouden sijn te maken omtrent 4 roeden hooftdijk met ontrent 3 ‡ 4 voet winningh boven Ammerstol onder 't huysje van Arien Bruynen; denselven is nogh aengeloot 't heuveltje, verongelt werdende voor 10 hond, gelegen in Benedenbergh, strekkend van de halve wechsloot aff zuytwaerts op tot het lant van Marrichje Nanninghs, belend O. Reyn Cornelisse en W. Arien Jansse Verkerk, sijnde belast met een stuk winningh op queyersdijk, gelegen tussen de graefflijckheyt en Gerrit Aertse, laestlijk nogh een kennipwerffjen groot 5 hond 50 roeden, strekkend van de halven slooth van Geen Gerritsse Boer noortwaerts op tot Arien Goossenses lant toe, belend O. Marrichje Erasmis en W. Brant Cornelisse Bosch, jegens 'twelcke Willem Jacobsse mitsdesen mede tot sijnen laste neemt 1/3 part in de voorschreven 3600 gulden, bestaende tselve eerstelijk in een obligatie ten behoeve van Zacharias Willemsse, inhoudende in capitaal 400 gulden, item in een obligatie ten behoeve van de heer Johan Botter, bailljuw van Berchambaght, van gelijcke 400 gulden, ende nogh een obligatie mede van 400 gulden, dewelcke Cornelis Louwen ten laste van hun comparanten vader respectievelijk sprekende hebben, alle met een jaer verlooppen intresse van dien. Ten derden is den voornoemde Gerrit Jacobsse te loote gevallen 't lot C, bestaende in een hoffstede met huys, bergh, schuyr, pootinge en plantinge daerop met 5 morgen wey-, hoy- en kenniplant, staende en gelegen in Beneenbergh van Berghambagt, strekkend van de Cayck aff tot de diepte van de Lek, belend O. Gerrit Aertsse en W. Niesjen Maertens, sijnde belast met de winningh op queyersdijk tussen Gerrit Aertsse en Koen Claesse, nog met een stuk winningdijck gelegen tussen de hofstede van Reymtje Croonen en Gerrit Aertsse en nogh een stuk winninghdijk gelegen tussen Bouwen Cornelisse en Gerrit Aertse, item een kennipwerff gelegen ten oosten van de voorschreven hoffstede, groot 11/2 hont, strekkend van de halve huysweteringh tot den halven dwarssloot van Niesjen Maertens, nogh een stuk coylant gelegen in Benedenbergh, strekkend van den halven dwarssloot aff tot de kayck toe, belend O. en W. Koen Klaesse en Jan Maertensse, groot 3 hont 75 roeden, nogh een kennipwerff genaemt "de Krommen Elleboogh", groot 2 hont, strekkend van de halve huyswegsweteringe aff noortwaerts op tot den halven dwarssloot toe, item de helft van een griendinge groot in 't geheel 3 hont, genaemt "Mey Burgers", sijnde de westsijde, waervan de oosterse helft hiervooren onder 't lot A is aengecavelt, belend alsvooren, sijnde belast met 't maken van omtrent 3 roeden steenen dijck, waervan de oosterse helft in 't geheel is ontlast, laestlijk nogh 75 roeden kenniplant gelegen in de hofstede van den Hoet bij 't slot van heer van Asbergen (sic, ='s-Heeraertsberg), waerjegens denselven Gerrit Jacobsse mede tot sijnen laste neemt gelijk derdepart in de voorschreven 3600 gulden, bestaende in een obligatie van 800 gulden, houdende ten behoeve van de kinderen van Gerrit Jacobsz en nogh een obligatie van 400 gulden capitaal, dewelcke Claes Jacobsz ten laste van hun comparanten vader respectievelijk sprekende hebben met een jaer verlooppen intresse van dien. En sal dit vsz. lot en moeten gedoogen dat hun vader sijn leven langh geduyrende heeft het gebruyck en bewooninge van de westerse sijdelcamer van de hoffstede in Benedenbergh. Boven 'twelcke dit lot C nogh sal moeten uytreycken op mey 1689 aen de looten A en B tsamen de somme van 100 gulden. Bekennende de voorschreven comparanten en deelgenooten gesamentlijk metten anderen in voegen voorschreven vsz. landerijen absolutelijck en finalijck gescheyden en gegrontcavelt te hebben en sullen alsoo gedeylt blijven nu en ten eeuwigen dagen sonder malcanderen om eenige naerdere scheydinge te molesteren directelijck nogh indirectelijck off ter saecke van eenige onder- ofte overmate ten laste van den anderen iets te pretenderen, alsoo alle de voorschreven landerijen sijn gescheyden en gedeylt (...). Verbindende voor de naercominge van 'tgeene voorscreven staet hunne respectieve persoonen en goederen subject alle regten en regteren. Gedaen in Berchambagt ter presentie van Gerrit en Hendrick Aertsse Stolcker, wonende mede aldaer, als getuygen.
14-2-1689 f50 Arien Claessen van den Dool, jm. wonende Noordeloos, als bruidegom geass. met zijn broeder Jan Claessen van den Dool en zijn oom Cornelis (tekent: Gerritsz) van den Dool beiden mede wonende Noordeloos, t.e.; en Lijsje Gerrits Verkerck, jd. wonende Noordeloos, als bruid geass. met haar vader Gerrit Jansz Verkerck en haar broeder Jan Gerritsz Verkerck, beiden mede wonende Noordeloos, t.a.z.: huw. voorw. Inbreng bruidegom: -een gerecht 1/5 part in een hofstede gelegen op noordz. van Noordeloos groot in 't geheel 15˝ mrg. -1/5 part in 14 hont gelegen op Grootewaert a/d kae Inbreng bruid: -5 hont hoijlant gelegen op Blommendael onder Meerkerck achter de koij -een acker groot 1 hont 50 roe -twee ackers groot 1 hont 75 roe -1/4 part van 11 hont op Blommendael gemeen en onverdeeld met de bruyts vader, broers en broerskinderen
27-5-1690 / fol. 40-53 Ingen (tekent: Gerritsen) Boel, schout, Willem Gerritsz van den Dool en Joris Ariensz Verwolff, schepenen. Jan Gerritsz Verkerck, Arie Claesz van den Dool x Lesken Gerrits en Hilleken, Anneke en Mecheltie Gerrits minderjarige kinderen geass. met Joris Jansz Verkerck haar oom van vaderszijde en Gerrit Gerritsz van den Dool haar oom van moederszijde, testamentaire voogden, samen kinderen van Gerrit Jansz Verkerck za. x Macheltie Gerrits, mitsgaders Cornelis Ariensz Hooglander won. in Berch Ambacht x Marichie Gerrits Verkerck voordochter van voornoemde Gerrit Jansz Verkerck za. verdelen en verloten de goederen door hun vader za. nagelaten, Cornelis Ariensz Hooglander, 2 mrg hoijlant gelegen op noordzij van Noordeloos 3 hont 50 roe hoijlant gelegen als voren over de tient gemeen in 5 hont met Joris Ariensz en nog de noordhelft in een hennipacker groot 2 hont gelegen als voren; Hilleke, Anneke en Mecheltie Gerrits: de hofstede op Grootewaert groot 6 mrg met huys en schuer, 2 mrg 75 roe gelegen op Berch Ambacht, met nog 14 hont land gelegen op noordzijde; Jan Gerritsz Verkerck; het lege huijs met 5˝ mrg land gelegen op Grootewaert; Arien Claesz van den Dool: 6 mrg 3 hont land gelegen op Blommendael. Verwezen wordt in de acte naar het testament van Gerrit Jansz Verkerck d.d. 15-12-1681 voor notaris Brouwer te Gorinchem, vervolgens naar de nadere testamentaire dispositie van Gerrit Jansz Verkerck d.d. 12-12-1689 voor dezelfde notaris. Ook wordt vermeld het testament van Gerrit Jansz Verkerck x Mecheltie Gerrits d.d. 5-9-1657 voor notaris Adriaen Ooms in de Nieuwpoort. 98,287,485
Jan married Machteld Jacobs Nederberg, daughter of Jacob Willems Nederberg and ? ?, on 7 february 1688 in Bergambacht.287 (Machteld Jacobs Nederberg was born in Bergambacht 287 and was christened on 7 may 1656 in Bergambacht 333.)
|