Adriaan Aarts ³⁰⁴

  General Notes:

Gezin is een verzameling.

fol. 33; 18-8-1611 rechtsdag van buierdijng
Jan Joosten gerechtsbode procuratie hebbende van Theunis Cornelissen a/d Souwendijk als enig en universeel erfgenaam van zijn vader Cornelis Aertsen, eiser versus Adriaen Aertsen won. in Over Slingeland als mede-erfgenaam van zijn vader Aert Ariaense, gedaagde. Eiser fundeert zijn zaak als volgt:
1. Cornelis Aertsen heeft huwelijkse voorwaarden gemaakt met (zijn 2e vrouw?) Oijken Heijmansd, waarbij zijn vader Aert Ariensz hem heeft belooft 250 schilden of 1m in de hostede in Over Slingeland waarop Aert Adriaensen woonde en dat van achteren te gebruiken,
2. Aert Ariaensen of zijn erfgenamen hebben slechts 84 schilden betaald gehad,
3. daarna is voorn. Cornelis Aertsen overleden waarna Theunis Cornelisen nooit meer geld ontvangen had,
4. Eiser is dus gedwongen te procederen. gedaagde verzoekt copie, hetgeen hem vergunt wordt. Arien Aertsen compareerde voor de 4-schaar zonder verlof van spreken.
De officier legt hem daarom een boete op van 30 stuivers. Schepenen reduceren deze boete tot 15 stuivers gezien de doofheid van gedaagde en omdat het gedaagdes 1e keer was.

fol. 43; 29-9-1611 rechtsdag van buierdijng.
Jan Joosten gerechtsbode als gemachtigde van Theunis Cornelissen a/d Souwendijk, eiser versus Adriaen Aertsen won. in Over Slingeland of Goudriaen, gedaagde. Eiser blijft bij zijn schriftelijk ingediende eis, gedaagde antwoordt schriftelijk. Gedaagde woont te Over Slingeland en is de zoon en erfgenaam van Aert Adriaensen. Hij spreekt van een 'frivole' eis van Antheunis Cornelissen won. a/d Souwendijk als mede-erfgenaam van zijn vader Cornelis Aertsen. Hij ontkent dat hun vader Aert Adriaensen bij zijn huwelijkse voorwaarden 250 gulden belooft heeft of 1 morgen land in Over Slingeland liggende in de hofstede waar Aert Ariaensen woonde. Gedaagde is al 35 jaar in bezit van zijn vaders erfenis zonder dat de erfenis ooit betwist werd. Hij verzoekt dan ook dat eisers eis als niet ontvankelijk wordt verklaard. Eiser verzoekt copie van gedaagdes antwoord mitsgaders een copie v/h testament dat gedaagde aan eiser getoond heeft om een antwoord voor te bereiden, het geen toegestaan wordt.

fol. 53; 27-11-1611 rechtsdag van buierdijng.
Hangende zaak tussen: Jan Joosten als gemachtigde van Theunis Cornelissen won. a/d Souwendijk, eiser versus Adriaen Aertsen uit Goudriaen of Over Slingeland, gedaagde. Schepenen verdagen zaak t/d volgende rechtsdag.

fol. 57; 11-1-1612:
Antheunis Cornelissen won. a/d Souwendijk als erfgenaam van zijn vader Cornelis Aertsen doet afstand v/d eis en conclusie, die hij op 18-8-1611 op de rechtdag van buierdijng gehouden te Ndls tegen Adriaen Aertsen won. in Goudriaen of Over Slingeland gedaan heeft. Hij weigert echter kosten en geeft zijn aanspraken tegen Ariaen Aertsen niet en zal daarop later nog op terug komen.

fol. 74; 22-3-1612 rechtsdag van buierdijng
Antheunis Cornelissen als enige en universele erfgenaam van zijn vader Cornelis Aertsen, die mede-erfgenaam was van Aert Adriaensen, die bestevader was v/d voorn. Theunis, eiser versus Adriaen Aertsen, gedaagde. Eiser formuleert zijn zaak als volgt:
1. ter zelfder tijd dat Cornelis Aertsen huwde met Oijda Heijmansd beloofde of gaf Aert Adriaensen, zijnde de bestevader van eiser en vader van Cornelis Aertsen en van de gedaagde Adriaen Aertsen, aan eisers vader 250 schilden van 14 stuivers/schild of 1m land in de hofstede waar Aert Adriaensen toen woonde.
2. Eisers vader heeft niet lang in de echtelijke staat geleefd en na zijn overljden werd eisers oom, zijnde de gedaagdes bloedvoogd over eiser en over zijn vaders huwelijksgoed en de besterfenisse van eisers grootvader.
3. Eisers voogd is altijd in gebreke gebleven van de voorn. betaling, ook toen eiser mondig werd en de huwelijke staat bereikte, hoewel eiser daar wel over querrelleerde.
4. Eiser heeft ontdekt dat eisers grootvader aan eisers vader als optie 1m land als huwelijksgeschenk gegeven heeft.
5. Cornelis Aertsen of zijn erfgenamen zouden 'lasten' 100 schilden waarvoor Aert Adriaensen borg geworden was t.b.v. de brouwster te Gorinchem.
6. het is zo dat eiser op de huidige dag niet weet en niet heeft kunnen weten wat er v/d erfenis van zijn vader of grootvader terecht gekomen is, afgezien de voorn. 100 schilden.
7. Eiser hoopt dat hem nog tijd gegund zal worden, gedurende welke de voogd niets van eisers goederen mag vervreemden.
8. Eiser hoopt dat het gerecht hem het gebruiksrecht v/d 1m gedurende het leven van Aert Adriaensen x zijn huisvrouw en na diens dood de gehele weer.
9. verder eiser betaling van gedaagde voor het vruchtgebruik van eisers land.
10. Eiser verlangt tevens behoorlijke inventaris van de gopederen van eisers vader bestevader en bestemoeder en betaling van proceskosten, gedaagde verzoekt copie v/d eis het geen toegestaan wordt door eiser.

fol. 87;24-5-1612 rechtsdag van buierdijng
Antheunis Cornelissen als enig en universeel erfgenaam van zijn vader Cornelis Aertsen die mede-erfgenaam was van gedaagdes grootvader Aert Adriaensen, eiser versus Adriaen Aertsen, gedaagde. Eiser heeft zijn vorige eis in geschrift ingediend. gedaagde dient zijn antwoord in geschrift in. Eiser verlangt copie hiervan hetgeen hem vergund wordt.

fol. 93v; 21-6-1612. Rechtsdag van buierdijng
Zaak hangende tussen: Antheunis Cornelissen a/d Souwendijk, eiser versus Adriaen Aertsen, gedaagde. Eiser blijft bij zijn voorgaande eis en verzoekt vonnis, gedaagde zegt dat de repliek van eiser vol met wetten en regels is en zijn verstand te boven gaan. Hij verzoekt daarom nog 14 dagen uitstel hetgeen schepenen toestaan.

fol. 97; 11-8-1612:
Ondervraging namens Adriaen Aertsen won. in Overslingelandt de getuige Dirck Janssen, oud ca 52 jaar:
1. Of hij niet weet en dat het waar is dat getuige tesamen met voorn. Adraen Aertsen en andere naburen of huisluiden in het begin v/d troubelen, toen de Spanjaarden te Vianen op het huis te Ndls lagen, niet vluchtig zijn geweest soo op Hoornaar, in Delfflant als anders. Dirck Janssen verklaart dat toen het huis te Ndls afbrandde ‘ofte dat die Spanjaarden daer off trocken’, dat hij toen met Adriaen Aertsen en anderen in de herfst naar Hoornaar gevlucht zijn en vandaar naar Rijswijk in Delftland en andere plaatsen en dat ze ca 2 jaar uitlandig waren.

fol. 101v; rechtdag van buierdijng 29-11-1612
Antheunis Cornelissen, eiser contra Adriaen Aertsen, gedaagde. Eiser, gezien hebbende gedaagdes duplijcque debatterende die middelen daarin verhaald bij d(?)enegatie en impertinentie omme redenen als naar rechten ende in de processe is gededuceerd versochte dienvolgende disposijtijff in feijten en commissarissen ter en questie. Schepenen zullen colegialiter die getuigen van partijen horen, zo er enige zijn. gedaagde dient en levert zijne inventaris en stukken in juditie verzoekende dat mede copie uit eisers gehele inventaris en copie autentijke uit sijne ferificatien en dach te 14 daghen na de exerptie van de selve om daer tegen te seggen. Eiser verzoekt adterminatie de tijd van 14 dagen om zijn procureur zijn wedervaren te adverteren en zijn stukken per inventaris in te brengen, hetgeen door gedaagde vergund wordt.

fol. 90; 29-12-1612
Antheunis Cornelissen als enige en universele erfgenaam van zijn vader Cornelis Aertsen die mede-erfgenaam was van eisers grootvader Aert Adriaensen, eiser versus Adriaen Aertsen, gedaagde. Eiser dient zijn repliek schriftelijk in. gedaagde vraagt copie van repliek en vraagt uitstel om daarop te antwoorden hetgeen hem vergund wordt.

fol. 118; rechtdag van buierdijng 14-11-1613:
Antheunis Cornelissen, eiser contra Adriaen Aertsen, gedaagde. Eiser zegt dat gedaagde, hangende dit proces, is overleden en verzoekt dat nu zijn weduwe gedaagd zal worden. Compareerde Aert Adriaense als oudste zoon en levert over zijn inventaris en stukken en verzocht dieselve gevisiteert te worden ende dat eiser van gelijcke zal doen en verzocht ook copie uit eisers bewijs. Jan Joosten als gemachtigde v/d eiser zegt de voorn. Aert Adriaensen niet te kennen in ‘t proces voor en aleer hij van zijn moeder als boedelhoudster volle macht en procuratie heeft om zulks te doen. Schepenen stellen de zaak in stadien t/d naaste rechtdag en dat de weduwe van Adriaen Aertsen genaamd Pieterke Pietersd zelf zal compareren of haar zoon of iemand anders procuratie zal geven.

fol. 130v; 4-6-1614
Pieterke Pietersd nagelaten weduwe van Adriaen Aertsen machtigt haar oudste zoon Aert Adriaensen in omnibus etc. en speciaal tegen Antheunis Cornelissen van de Souwendijck.

fol. 131v; 30-6-1614:
Ondervraging namens Aert Adriaensen als procuratie hebbende van zijn moeder Pieterke Pietersd, die weduwe was van Adriaen Aertsen v/d getuigen Cornelis Dammissen, oud ca 40 jaar en Antheunis Dircxsen, oud ca 25 jaar.
1. of het waar is, dat zij op 18-8-1613 geweest zijn ten huize van Adriaen Aertsen en toen dezelfder Adriaen Aertsen ziekelijk van lichaam was maar nog bij zijn volle verstand was. En of Adriaen Aertsen toen niet zei tegen de getuigen dat hij zijn neef Antheunis Cornelissen niets schuldig was betreffende de eis, die hij voor het gerecht van Ndls gedaan had.
Cornelis Damissen bevestigt dit. Antheuns Dircxsen bevestigt dit.

fol. 132v; rechdag van buierdijng 3-7-1614:
Antheunis Cornelissen, eiser contra De nagelaten weduwe van Adriaen Aerssen genaamd Pieterke Pietersd, gedaagde. Eiser diende van inventaris en stukken accorderende daar van de gedaagde copie, die eiser van des gedaagdes bewijs van gelijcke verzoekt om ten naesten te reproceren. Aert Adriaensen als gemachtigde van zijn moeder contra Antheunis Cornelissen, levert zijn inventaris in en stukken en verzoekt copie uit de eisers inventaris en uit zijn verificaties. partijen gunnen d'een d'ander copie en verzoeken dach ten naesten om te reprocheren.

fol. 134; rechdag van buierdijng 17-7-1614:
Anthonis Cornelissen, eiser contra De nagelaten weduwe van Adriaen Aertsen of haar zoon, gedaagde. Eiser dient reprochen in scriptis, sustinerende dat gedaagde het zelfde zal doen. gedaagde (de zoon Aert Adriaensen) zegt da hij copie v/d verificatie naar zijn advocaat gezonden heeft om 'reprochen' (weerwoord), te maken. De advocaat was echter enige tijd van huis geweest en heeft nog geen tijd gehad te reprocheren. Hij verzoekt daarom uitstel voor 14 dagen. partijen vergunnen de andere dach te naesten.

fol. 142v; rechdag van buierdijng 11-6-1615:
Antheunis Cornelissen, eiser contra De nagelaten weduwe van Adriaen Aertsen of haar zoon Aert Adraens, gedaagde. Eiser concludeert nadat hij verleden rechdag zijn reproche in scriptis ingediend heeft en de gedaagde toen uitstel verzocht om ook zijn reproche in te dienen. Eiser sustineert alsnog dat gedaagde zijn reproche in zal dienen op peine van versteck. Gedaagde levert zijn reproche in scriptis en verzoekt copie van eisers reproche. Eiser verzoekt copie van gedaagdes reproche. Schepenen staan dit toe en dat ze hun zaken van 14 tot 14 dagen zullen inbrengen onder de hand v/d secretaris tot datse volschreven zijn, waarna schepenen weer zullen vergaderen.

fol. 9v; rechtsdag 17-12-1615:
Anthonis Cornelissen, eiser contra de weduwe van Adriaen Aertsen ofte haar zoon Aert Adriaensen, gedaagde. Schepenen veroordelen beide partijen tot betaling van elk 15 gulden teneinde rechtsadvies in te winnen. Aert Adriaensen, eiser contra Dirck Janssen en Samuel Leendersen van Hoornaar, gedaagden. Schepenen wijzen 'goede mannen' aan op hope van een accoord. ³⁰⁴

Adriaan married Pietertje Pieters.³⁰⁴ (Pietertje Pieters was born circa 1535.)