Ik word wakker, maar niet helemaal. Ik loop of zoiets naar het koffiezetapparaat, verricht handelingen en zet het machien aan zonder water erin. Ik bemerk mijn vergissing en gooi er alsnog water in. Een bescheiden ontploffing volgt waarbij een klein maar onmisbaar onderdeel van het apparaat spoorloos verdwijnt.
Daas staar ik het koffiezetapparaat aan. Ja, het is echt weg. Het stukje apparaat ligt niet op het aanrecht, niet op de vloer en niet op het gasstel. Bij het verschuiven van de koelkast schiet de gasslang van het gasstel los. Snel gooi ik mijn peuk in het nog openstaande koffiezetapparaat (sis), draai de gaskraan dicht en besluit een douche te nemen. Het wordt allemaal wat veel zo.
Onder de douche krijg ik opeens zin om mijn buurvrouw te zien, in die volgorde. Dat is raar; ze is al jaren mijn buurvrouw en ik heb nooit zo bij haar stilgestaan, en zeker niet onder de douche. Ik denk dat het misging toen ik haar onlangs hielp met het verhuizen van haar terrasbetegeling. Hoewel ik enigszins overdonderd was door het surrealismegehalte van het verrichten van een terrasbestratingsverhuizing, viel het me opeens op wat een geweldig leuke meid mijn buurvrouw is. Lief, soms op een fraaie manier melig, prachtig om te zien en te zien bewegen (een afwisseling van zenuwachtige mier en luie slang), heerlijk om naar te luisteren, en nog iets, dat ik benoemen noch vergeten kan. Ze speelt nog saxofoon ook.
Ik overleg eerlijk en nietsontziend met mezelf: is het niet stiekem gewoon geilheid? maar kan dat als mogelijkheid uitsluiten. I would, though, maar daar gaat het even niet om. Ik wil haar gewoon zien, een ongevormde drang om in haar buurt te zijn. Ik werp mezelf een lodderige en ironische blik toe in de spiegel en draai de kranen dicht.
In de keuken zie ik dat de koelkast verschoven is, de gaskraan dicht zit en het koffiezetapparaat openstaat en een onderdeel mist. Tot zover klopt alles nog.
Ook het caféterras biedt geen soelaas. Misschien is het een gebrek aan koffie voor het douchen. Misschien moet ik het vergeten. Misschien moet ik gewoon meedobberen met mijn wakkerwordgedachten. Misschien moet ik vanavond eens onaangekondigd binnenvallen, eens zien of ze dat raar vindt, ik ben niet zo goed in het inschatten van dat soort dingen.
Ik tik twee keer tegen haar raam. Ze doet de voordeur open.
"Hoi."
"Hoi. Ben je druk?"
"Ik ben wat dozen aan het inpakken. Kom binnen."
Ze kijkt maar een klein beetje verbaasd. Ik loop achter haar aan naar een
keuken-annex-bar en ga op een kruk zitten.
"Wil je wat drinken? Bier, wijn, koffie, thee. Koffie kan niet."
"Heb je het koffiezetapparaat al verhuisd?"
"Ja."
"Ik wil wel thee."
Ze zet water op en pakt een thermosfles die ze als theepot blijkt te
gebruiken.
"Beetje zoethout erbij?"
"Ja, lekker."
Ik kijk naar haar bezige handen. Zoethout in de thermosfles, water opgieten,
theezakje erin, kopjes pakken. Ze gaat op de bar zitten en we kletsen
wat. De thee wordt ingeschonken en we kletsen nog wat meer. Af en toe
spoelt ze een flesje dat te mooi is om weggegooid te worden om en stopt
het in een doos.
"Deze doos moet vol. Wat kan daar nog bij in? Iets zachts."
"Teddybeer?"
"Nee, die beer is niet zacht. Een kussen. Zo. Nu nog wat tape en weer een
doos klaar."
Ze sjouwt de doos naar een verzameling dozen aan de andere kant van de
kamer en loopt terug naar de bar. We kletsen alweer wat meer tot ze om
half elf zegt:
"Zo. Ik gooi jou eruit. Ik moet morgen vroeg op."
"Hm. Werken?"
"Ja. En daarvoor nog m'n auto ophalen. APK en zo."
Ik sta op en loop naar de deur. We wisselen nog een paar woorden en ik
sta weer voor m'n eigen voordeur. Ik ga naar binnen, zie op weg naar de
woonkamer dat in de keuken alles nog klopt, en val neer op de bank.
Aldaar en languit vraag ik mij af wat er vandaag nu precies allemaal
gebeurd is, en waarom dan wel.
Het missende onderdeel vind ik de volgende dag terug in het waterreservoir van het koffiezetapparaat, naast een bruin verkleurde peuk.