Trijntje Cornelisdr van 't Hof ⁷⁵⁰

  General Notes:

Vertichtinghe van GEERTJEN PIETERSDR, weduwe van CORNELIS DIRCKSZ VANT HOFF ende haer kindt.
Wij Isbrandt Aelbertsz Rooseboom, schout, Willem Heijndricksz Looijs ende Cornelis Willemsz Ramp, schepenen tot Waerder
orconden dat voor ons gecompareert ende verschenen sijn, GEERTJEN PIETERSDR , weduwe ende boedelhoudster van zaliger CORNELIS DIRCKSZ VANT HOFF ,in sijn leven woonachtich in den ambachte tot Waerder voors., geassisteert ende versterkt met PIETER WILLEMSZ RAMP, wonende in weijlandt van Bodegraven, haren gecozen voocht in desen, ten eenre ende ADRIAEN DIRCKSZ VANT HOFF,als gerechte bloedtvoocht van vaders sijde over TRIJNTJEN CORNELISDR , naegelatene
weeskindt van den voornoemde CORNELIS DIRCKSZ VANT HOFF in houwelijk geprocureert mette voors. GEERTJEN PIETERSDR, ter andere zijden, dewelcke verclaarden met ratificatie ende approbatie van den voorn. schoudt, Willem Heijndricksz Looijs ende Jacob Jansz van Heijningen als opper voochden ende weesmeesters van 's Heeren wegen over alle onmondige wesen, in de ambagt van
Waerder voors. , naar overweginghe des boedels, zulcks den voorn. CORNELIS DIRCKSZ VANT HOFF ende GEERTJEN PIETERS t'Samen bezaten, ende den selve CORNELIS VANT HOFF metter doot geruijmt ende achtergelaten heeft, in minne ende vriendtschap bij forme van uijtcoop vert ..... ijden ende geaccordeert te wes ..... de
t'voors. weeskinds vaderlijcke erffenisse end besterffenisse des boedels voorens verhaeldt metter aenkleven van dien, ende dat in manieren als volcht. Eerstens ....
Hierna volgt een heel lang verhaal met rechten en plichten van de moeder m.b.t. de erfenis in relatie met haar dochter.
Opgesteld op 21 november 1642 en ondertekend door JAN CLAESZ KIEVIT, secretaris van Waerder.
In de marge is op 23 juni 1664 opgenomen dat TRIJNTJE CORNELISDR op 14 juni 1664 meerderjarig was en dat de akte als " voldaan" is afgerond.

REIJER CLAESZ TIMMERMAN te Nieuwerbrugge als man en voocht van GEERTJE PIETERS, weduwe van zaliger CORNELIS DIRCKSZ VANT HOFF, verklaart ontvangen te hebben vanwege TRIJNTJE CORNELIS VANT HOFF, sijne comparants huijsvrouwe voordochter ende naergelaten weeskindt van CORNELIS DIRCKSZ VANT HOFF, 60
Carolus guldens van XL groote vlaems het stuck, die bij Bouwe Florisz van Beeckenesse berusten. Borg staan Jacob Cornelisz Romeijn en Willem Aelberts van Stolwijck, beiden uit Waarder. Reijer Claesz Timmerman en Jacob Cornelisz Romeijn zetten een merk, de anderen ondertekenen. Ingeschreven door secretaris Jan Claesz Kievit.

Compareerden voor Schoudt en weesmeesters tot Waerder REIJER CLAESZ TIMMERMAN wonende tot Nieuwerbrugge, dewelcke bekende voor hem ende zijns erve ende naecomelinghen wel ende wettelick ontfangen ende gelicht te hebben eene somme van acht ende veertich Carolus gulden vier stuivers acht penningen. Competeren CRIJNTJE CORNELIS VANT HOFF zijn der huysvrouwen voordochter,
met kennisse ende beliees van ARIES DIRCKSZ VANT HOFF als voocht, welcke voorschreven somme Reijer Claesz belooffde aent voorschreven weeskindt ofte 't recht der zelver hebben wederom getrouwelick te restitueren met goedt ganghbare ende vrijgeldt zoo wanneer' de 'voorschreven CRIJNTJE CORNELIS VANT' HOFF 't
haere mundighe dagen_ van achthien jaeren off te huwelicken staeten sal gecomen zijn, verbinden daer vooren allen zijns persoons roerende ende onroerende presente ende toecomende goederen ten bedwanght als naer weeskindere recht cum expensis, waer voors. Cornelis Willemsz Ramp wonende aent dorp ten
Waerder ende Dirck Sijmonsz van Sneijkleedermaecker wonende tot Nieuwerbruggen, mede voor ons compareren, haer selven constitueerden, cautionarit en borge voor Reijer Claesz voornoemd, met renuncatie vant benefitius ordenis divitionis et excussionis ende bekende vande effecte der selve wet
onderrecht te wesen, ende Reijer Claesz belooffde sijn voorschreven borgen daer van costeloos ende schadeloos te bevrijden onder bedwanck als naer rechte, ende orconde is dese bij de voornoemde comparanten onderteijckent opte 16 september
1645.

Op 14 juni 1664 verscheen voor Cornelis Willemsz Looy, schout, Pieter Claasz in 't Hout en Arien Gerritsz in 't Velt, weesmeesters te Waarder, TRIJNTIEN CORNELIS VAN 'T HOF, mondig, geassisteerd met IJSBRANT AALBERTSZ ROOSENBOOM, haar oom en voocht, en verklaarde dat zij uit handen van haar moeder GEERTIEN PIETERS, laatst weduwe van REIJNIER CLAASZ, als uitkoop 60 gulden ontvangen had volgens de akte van 21 november 1642. ⁷⁵⁰