Cornelis Cornelisz van Krimpen 117
General Notes:
22.01.1684 73 Jan Jansz den Jongen, weduwnaar van Eychjen Cornelis, gewoond hebbende in Bleskensgraeff, en Dirck Cornelisz Crimpen, broer van Eychjen en voogd over haar 3 nagelaten kinderen bij Jan Jansz de Jongen, bekennen schuldig te zijn aan: Jan Claesz Crimpen 1400.- (wegens cassatie van een obligatie van 1250.- van 1.5.1678) en aan de broers Gerrit Cornelisz Crimpen en Cornelis Cornelisz Crimpen 600.- (wegens cassatie van een obligatie van 600.-). Dus de kinderen hebben een schuld van 2000.- kar. gld tegen 3% sjaers. Pand: 4 mrg. 4 hont gekomen uit boedel van Cornelis Dircksz Crimpen en 'n deel in de afgebrande huysinge zuytsijde gemeen in 'n weer van 8 mrg. genaempt Ocker Gerrits weer [weer Z31]. Oost: Jan Stuye c.s., west: heren vaders en regenten van 't Heilige Geest tNieuwerkerck Dordrecht.
06.06.1684 74 Adriaen Evenbly en Willem Jongeneel, schouten, (van Alblas en van Bleskensgraeff) staende over de verlaten boedel van Jan Jansz de Jongen, gewoont hebbende in Bleskensgraeff, dragen over aan Gerrit Cornelisz Crimpen, Cornelis Cornelisz Crimpen, en Dirck Cornelisz Crimpen, drie gebroeders, 4 mrg. 4 h zuytsijde in 'n weer van 8 mrg. daerop resten zijn van een afgebrant huys. West: 't Godtshuys te Nieuwerkerck, Dordrecht. Prijs 290.10.- de morgen; 1360.- bij den hoopt voldaen. [Weer Z31]. 117
|