Ocker Huijberts ¹⁴³

  General Notes:

Lenen van de hofstad te Liesveld te Groot-Ammers:
8. Een tiende- plus een twintigste deel van 8 morgen land (1524: in het huisweer van Cornelis Claesz., 1561: Rochus Gerritsz.) te Ammers Gravelant, belend ten oosten: de Duytse heren (1524: het klooster van Oudtwijck) , gemeen met de kinderen van Jacop Lubbersz.
.-.-14. . : Joost Arentsz., als leenman op 15-8-1473 vermeld (1.h.283, f 132v en 7975, f 1).
18-10-1494: Claes Joestenz. (7975, f 2v).
23-1-1524: Joost Claesz. (7975, f 5).
22-12-1534: Cornelis Claesz. na overdracht door Joost Claesz. (7975, f 6).
5-3-1555: Claes Jansz. na overdracht door Cornelis Claesz. (7975, f 10).
10-8-1561: Balich Gherolfsdochter, weduwe van Claes Gherolfsz., hulde door Maerten Willemsz., na overdracht door Claes Jansz. (7975, f 1 Iv).
5-5-1576: Hubert Claesz. bij dode van zijn moeder Balich Geerloffsdochter (7975, f 12).
17-7-1629: Ocker Hubertsz. na overdracht door zijn vader Hubert Claesz. (7975, f 5).
8-7-1650: Floris Claesz. de Graeff, mede namens zijn mede erfgenaam Dierick Claesz. Thom, bij dode van Ocker Huybertsz. en draagt het leen over aan Aechte Rochus, hulde door Dierick Willemsz. Cuyper (7976, f 47v). ⁶²⁹